Release
ATUATUCA
Trilogy First Movement
tekst: Storm Bakker
We schrijven 29 januari 2023. De online release van het kersverse album ATUATUCA is een feit. Een epische jazzbarock suite, eerste deel van een trilogie, geïnspireerd door het boek De Bello Gallico van Julius Caesar. Het raamwerk van de compositie ontstond in 2012, toen Stormvogel in het kader van het project GAEA en festival de Muzen een beroep deed op de finefleur van de Nederlandse progjazz & fusion: Ruud Breuls, Leo Janssen, David de Marez Oyens, Arno van Nieuwenhuize, Peter Tiehuis, Onno Witte en als special guest Eef Albers. Laatstgenoemde voegde zich in 2014 bij het gezelschap in de studio om zijn duivelse kunsten te vereeuwigen. Door uiteenlopende omstandigheden bleef het project daarna op de plank liggen, totdat met steun van Sena Performers Muziekproductiefonds Stormvogel anno 2020-2022 de weg naar de studio terugvond en de suite uitbreidde en voltooide.
[01] VIS OCCULTA IN SILVA ARDUENNA
[02] ATUATUCA • ID CASTELLI NOMEN EST
[03] EWA AD MOSAM
[04] CARMINA EBURONA
[05] EIHWAZ • TAXUS AD REGEM
[06] REX MORTUUS EST
Het album bevat zes stukken en duurt 70 minuten. Enkele tracks bevatten opnamen van Festival de Muzen in Theater de Lieve Vrouw, Amersfoort Jazz Festival 2012 (VPROJazzLIve). In de line-up schitteren Eef Albers (gitaar) / Leo Janssen (sax) / Stormvogel (e-piano, synthesizers) / Arno van Nieuwenhuize (drums) / David de Marez Oyens (bass) / Marco van Os (bass) / Anne Chris (vocals) / Wieke Garcia (vocals) / Robin Boer (vocals) / Martin Gort (percussion) / Peter Tiehuis (gitaar) / Onno Witte (drums) / Peter Lieberom (mouthpiece) en anderen.
CREDITS
All music composed by Stormvogel. All Tracks, soundscapes and assemblies of components, engineered and processed at STAB Studio by Stormvogel | 2020-2022; Except #02 recorded at ARNO Music by Arno van Nieuwenhuize 2014; #03 Layer 1 and #06 Part 2 recorded at Festival de Muzen 2012 by Onno Witte (VPROJazzLive); All post-production at STAB Studio by Stormvogel | 2020-2022; Mastering by Lex Amrein at Triple A Music Studio’s Almere | 2022 Research, lyrics and linernotes by Storm R.M.A. Bakker; Artwork and cover design Stormvogel Artistiek Bedrijf (STAB); Original photography by Nienke de Groot, Cees van de Ven and Nico Brons / Produced by Stormvogel © STAB 2022-2023 The Netherlands. All rights reserved | STAB RECORDS #010 Supported by Sena Performers Muziekproductiefonds.
Het verhaal
Zoals gezegd diende de Gallische Oorlog van Julius Caesar als uitgangspunt voor de epische jazzbarock suite van Stormvogel. In 58 v. Chr. was de triumvir (in die tijd nog gouverneur van ‘Gallia Transalpina’), midden-noordelijk Gallia binnengevallen, om de invasies van de Helveti en de Suebi staande te houden. Diviciacus, de fameuze ‘Vergobret’ en koning van de Keltische Aedui (volgens ons dezelfde als Diviciacus van de Suessiones), had in 63 v. Chr. in Rome de Senaat gesmeekt om bijstand, maar zonder succes. Wel was de Druïde door de redenaar Cicero (die dat jaar consul was) thuis uitgenodigd en -naar wij vermoeden- verzocht hem in te wijden in de occulte wetenschappen.
De Senaat was het met het militaire optreden niet eens, vermoedelijk omdat Caesar langs deze weg persoonlijke macht en rijkdom nastreefde. De zucht naar rijkdom was in onze ogen ook de belangrijkste reden om in de onherbergzame Ardennen tegen de aldaar levende stammen op te rukken, teneinde een hand te leggen op de van oudsher aanwezige Keltische goudschatten. Zijn eerste inval verliep voorspoedig en er werden her en der grote Romeinse legerkampen gevestigd om de Belgische stammen -die door Caesar als ‘de dappersten van de Galliërs’ werden beschouwd- in bedwang te houden. Vervolgens trok hij op tegen Britten, aan de andere kant van het kanaal. In ons verhaal werd hij vergezeld door voornoemde Diviciacus, van wie in oude bronnen beweerd wordt dat hij enige tijd als koning van de Briste stammen regeerde.
Toen Caesar die overzeese expeditie wilde bekostigen met hoge belastingen in Belgica, kwamen de Eburonen samen met de bevriende stam van de Treveri, gevestigd bij Trier, in verzet. Onder leiding van hun koningen Ambiorix en Catuvolcus, wisten de Eburonen in de winter van 54/53 v.Chr. de Romeinse cohorten in de val te lokken in een ravijn nabij de enigmatische burcht Atuatuca. Duizenden legionairs werden genadeloos in de pan gehakt, hun generaals gedood. Na de slag om Atuatuca trokken de Eburonen samen met de Nerviërs op tegen het kamp van Cicero, de broer van de voorgenoemde redenaar. Indutiomarus koning van de Treveri, viel inmiddels het romeinse kamp van Labienus aan, dat bij de stam der Remi gelegen was (Reims).
Een in woede ontstoken Caesar keerde weerom, ontzette Cicero en dreef de Eburonen terug over de Maas. Ook de Treveri moesten zich terugtrekken en koning Indutiomarus werd -mogelijk door zijn eigen verwanten, onder leiding van schoonzoon Cingetorix, – gedood. De oude Catuvolcus beroofde zich van het leven door middel van de giftige Eihwaz (Yew of Taxus). Ambiorix wist daarentegen te ontsnappen, gebruik makend van het geheime netwerk van Silva Arduenna: de donkere wouden, venen en moerassen, bergpassen, grotten en onderaardse rivieren, de duistere sluipwegen, waar de Romeinse achtervolgers hopeloos verdwaalden. Op de hielen gezeten door de Romeinse special forces, wie weet onder leiding van Marcus Antonius (?), vluchtte hij tenslotte met de Schat van de Eburonen over de Rijn. Caesar gaf de achtervolging op, maar nam wraak op de bevolking. Om de schande van de nederlaag uit te wissen en een voorbeeld te stellen voor andere opstandige barbaren, gaf hij -blijkens zijn verhaal in De Bello Gallico met zeker genoegen- het bevel de Eburonen met wortel en tak uit te roeien.
LOCALISERING
Tot op de dag van vandaag zoekt men naar de locatie van deze tragedie. Men heeft Tongeren aangewezen (Atuatuca Tungrorum), maar dit is gezien de aanwijzingen van Caesar en de vergeefse pogingen van de archeologie, onwaarschijnlijk. Veeleer komen de Roches aan de Ourthe in aanmerking, waar de restanten van oppida en kampementen zijn aangetroffen, waar hoogten en valleien zijn, alsmede grotten (Han, Hotton en Lorette) en (op een steenworp) goudmijnen. De hoge Ardennen werden het kerngebied van de latere Aquitaniers en Merowingen, die er hun mystieke bolwerken vestigden. De naam Atuatuca betekent vermoedelijk ‘stad van de waarzeggers’, en in de Ardennen van die tijd moet dat wel slaan op de gevreesde Keltische magiërs met profetische gaven: de Druïden. Volgens Caesar leefden zij temidden van eenhoorns. Men spreekt ter plaatse van het mysterieuze fenomeen van ‘de zingende grotten’ (chantreuse), op het album weergegeven door de matronae Arduenna en Eburona.